maandag 25 februari 2013

De wereld een beetje begrijpen

Vandaag heb ik een gedicht geschreven. Geen groot nieuws voor de wereld maar wat een traktatie voor mij, na anderhalf jaar amper gedichten schrijven. Misschien viel het me daardoor wel zo duidelijk op: de fysieke gewaarwording. Ik cirkelde om betekenissen en woorden, ik verkende de temperatuur en de textuur van de situatie, en belandde in een andere dimensie. Een dimensie groter dan ikzelf. En dat terwijl ik tegelijk in het hier en nu bleef. In het hier en nu blijven, hoe poëtisch of fanatasierijk je dat ook doet, lijkt me zelfs voorwaarde voor het schrijven van een gedicht dat de persoonlijke betekenis overstijgt. Het onderwerp gaf er ook alle aanleiding toe om in de wereld anno 2013 te blijven. Het was beslist geen zwijmelonderwerp. En toch was die ruimte een verademing. Het voelde werkelijk als fysieke ruimte. Ik vermoed vanwege de overstijging van het persoonlijke. Dat is waarom ik wil schrijven. Dat is mijn manier om uit mezelf te breken. Om een beetje van de wereld te begrijpen. Ik voelde het denk ik zo duidelijk omdat ik ook verdrietig werd van het onderwerp en het schrijven toch niet had willen missen. Vandaag was ik even heel dicht bij Zeynab Jalalian. Een politiek gevangene in Iran, zonder proces en slecht behandeld, aldus Amnesty International. Binnenkort meer over haar (en het gedicht).

woensdag 6 februari 2013

Reizen per buizenpost

Er is weinig waar ik zo blij van word als gedichten lezen met kinderen en jongeren. Volwassenen staan nog op mijn verlanglijstje. Vandaag heb ik voor de brugklas een gedicht van Heytze meegenomen.

Buizenpost

Liefste, misschien moet ik schrijven over wat ik
zag verdwijnen. Ik heb nog weet van typemachines,
paternosters, telegrammen, gaatjes in kartonnen
kaartjes, buizenpost in warenhuizen.

Dat kwam dicht bij toverij: suizende kokers
als holle kegels in de loop van een luchtpistool.
Soms droomde ik dat ik zelf door die buizen
schoot, nieuwe avonturen tegemoet.

Goed, de tijd is een holle bolle gijs die alles
het donker in zuigt, maar als je lang genoeg wacht
schiet er altijd wel iets tevoorschijn -
een vuilniszak vol wisselgeld.

uit: Utrecht voor beginners (2009), door Ingmar Heytze

Wat weten we wél? Het gedicht gaat over oude dingen, zegt een meisje. Een andere leerling vertelt dat als je vroeger een fout maakte op een typemachine, je niet kon backspacen! En al die andere dingen in het gedicht zijn ook oud, de paternoster en de buizenpost, weet de klas. Zelfs de taal in het gedicht is oud, vindt een meisje, 'Ik heb nog weet van..' Ondertussen zie ik de leerlingen met hun armen grote gebaren maken, ze schieten door buizen nieuwe avonturen tegemoet. En wat is dat dan met die holle bolle gijs? Een vinger achter in de klas: ''Als er oude dingen weggaan, komen er nieuwe voor terug.'' Daar is iedereen het mee eens. En er is nog een jongen, hij zegt het zo: "Het gedicht geeft ook iets van hoop, want in een vuilniszak vind je meestal geen geld.'' Twaalf jaar, hé? De jeugd van tegenwoordig, helemaal NIKS mee aan de hand.

zondag 3 februari 2013

Onrust in je binnenste

Ik snap het niet goed, hoor ik vaak, als mensen een gedicht lezen. En dan vragen ze hoopvol aan mij of ik het wel snap. Want ik ben toch neerlandica en dichteres? Het grappige is dat als ik dan een vraag stel, mensen heel vaak wel heel veel blijken te weten over waar het gedicht voor hen over gaat. Dat vind ik dan smullen want zo krijg ik de kans weer met nieuwe ogen naar het gedicht te kijken. Vanmorgen las ik een gedicht op de gedichten-app van Plint (aanrader! iedere dag een gedicht en prachtig uitgevoerd en dat voor 5,95!). Ik stuurde het na lezing net als alle andere ochtenden naar mijn moeder. Dit keer een gedicht van Toon Tellegen:

Waar een wil is

Ik wil het tegenovergestelde van wat ik wil

ernstig is dit
(maar niet precies)

Ik wil het tegenovergestelde zeggen
en omgekeerd evenredig weer ontkennen
van wat ik zeg
ik wil het tegenovergestelde denken van wat ik denk
ik wil het tegenovergestelde zijn van wat ik ben
(en ook hebben)

en dus wil ik niet
wil ik liever niet
wil ik het liefst het allerliefste niet

en tegelijk wil ik

(ik ben verdwaald)

Nu zei mijn moeder niet dat ze het niet snapte maar ze zei wel heel erg mooi waar het voor haar over gaat:''Het gedicht geeft voor mij duidelijk een gemoedstoestand weer van een onrust in je binnenste waar je zelf nog niet de vinger op kunt leggen en waardoor je je energie niet goed kwijt kan.'' Al had ik er een dag over na mogen denken, dan had ik het niet mooier kunnen verwoorden.