woensdag 6 februari 2013

Reizen per buizenpost

Er is weinig waar ik zo blij van word als gedichten lezen met kinderen en jongeren. Volwassenen staan nog op mijn verlanglijstje. Vandaag heb ik voor de brugklas een gedicht van Heytze meegenomen.

Buizenpost

Liefste, misschien moet ik schrijven over wat ik
zag verdwijnen. Ik heb nog weet van typemachines,
paternosters, telegrammen, gaatjes in kartonnen
kaartjes, buizenpost in warenhuizen.

Dat kwam dicht bij toverij: suizende kokers
als holle kegels in de loop van een luchtpistool.
Soms droomde ik dat ik zelf door die buizen
schoot, nieuwe avonturen tegemoet.

Goed, de tijd is een holle bolle gijs die alles
het donker in zuigt, maar als je lang genoeg wacht
schiet er altijd wel iets tevoorschijn -
een vuilniszak vol wisselgeld.

uit: Utrecht voor beginners (2009), door Ingmar Heytze

Wat weten we wél? Het gedicht gaat over oude dingen, zegt een meisje. Een andere leerling vertelt dat als je vroeger een fout maakte op een typemachine, je niet kon backspacen! En al die andere dingen in het gedicht zijn ook oud, de paternoster en de buizenpost, weet de klas. Zelfs de taal in het gedicht is oud, vindt een meisje, 'Ik heb nog weet van..' Ondertussen zie ik de leerlingen met hun armen grote gebaren maken, ze schieten door buizen nieuwe avonturen tegemoet. En wat is dat dan met die holle bolle gijs? Een vinger achter in de klas: ''Als er oude dingen weggaan, komen er nieuwe voor terug.'' Daar is iedereen het mee eens. En er is nog een jongen, hij zegt het zo: "Het gedicht geeft ook iets van hoop, want in een vuilniszak vind je meestal geen geld.'' Twaalf jaar, hé? De jeugd van tegenwoordig, helemaal NIKS mee aan de hand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten